Voorbijgangers
Dagdromend zie ik mezelf weer glimlachend naar de twee mannen lopen, die elkaar aanstoten en iets tegen elkaar zeggen, wat ik niet versta, omdat ik nog te ver weg ben.
‘Dat is lang geleden hè!’ zeg ik luid, als ik bijna boven op de berg ben aangekomen. De mannen mompelen iets en lopen dan, een beetje stoeiend, op me af.
‘Wat zei je?’ vraagt Elio, de boer van zeventig.
‘Dat de winter veel te lang heeft geduurd!’ en ik geef hem een hand, maar hij omhelst me warm.
‘Zeg dat wel!’ brabbelt hij emotioneel. Hij laat me los en als ik naar zijn vriend loop, kijk ik Elio even aan en zie dat hij een traantje wegpinkt. Ik geef Pedro een hand en een kus, en hij vraagt me abrupt: ‘Heb je je accordeon ook weer mee?’ Dan laat hij verlegen mijn hand los.
Ik kijk beide mannen, die me hoopvol aankijken, aan en denk aan vorig jaar, hoe we samen muziek hebben gemaakt. De mannen zingend en ik met de trekzak.
‘De volgende keer zal ik hem weer meebrengen, er was nu geen plek meer in de auto!’ antwoord ik blij, en geef Elio een arm die hij stevig tegen zich aandrukt. Dan kijken de mannen elkaar aan en beginnen voor mij te zingen. Hun stemmen galmen naar beneden, waar mijn familie en de buren nieuwsgierig omhoog kijken, maar de twee gezellige oudjes trekken zich er niets van aan en gaan door met hun serenade. Het zal weer een mooie tijd worden in de bergen met die fantastische lieve mensen daar!
Ik kijk op als mijn mobiel een korte pling laat horen.
‘Dat zal Nicky zijn,’ zeg ik glimlachend, en pak mijn telefoon. Ik had een berichtje geschreven, terwijl ze in het vliegtuig naar Amerika zat en ik wist nu dat ze het volgende las: Je keek, dacht en sprong, je vloog en kwam onder mijn vleugels terecht. Er is een nieuwe vriendschap geboren. Je bent onze Amerikaanse dochter, zoals we jou nu noemen. Onthoud dat we heel veel van je houden. Onze harten zullen stralen, als een mooie fel gekleurde regenboog. Het straalt vanuit ons hart en verbindt het met het jouwe. Een regenboog zal vervagen, maar als ik mijn ogen sluit, dan zie ik aan het eind van die regenboog een pot met goud, die me doet denken aan jou stralende hart. Ik hoop, dat je wegen net zo gekleurd blijven als die van ons, en dank je Nicky, dat je ons huis voorbij kwam!
Ik open Whatsapp, en met de eerste woorden die ik lees, schiet ik vol.
Lieve Momy, ik mis je nu al. De maand is voorbij gevlogen, en ik voelde me, vanaf het moment dat ik uit de bus stapte, bij jullie thuis! Ik weet niet wanneer, maar ik kom jullie zeker weer bezoeken! Momy…, je bent een te gekke, lieve moeder, love you!
Nog geëmotioneerd stap ik later in mijn auto en ga naar de supermarkt met mijn zoon. Als ik na het boodschappen doen buiten mijn vriend zoek, die me altijd helpt met de zware tassen, komt een andere buitenlandse man aanlopen.
‘Is Valentino er niet?’ vraag ik glimlachend.
‘Nee, hij is aan het werk bij het bedrijf dat jij hem had voorgesteld.’
‘Je hoeft mij niet te helpen hoor, zo mis je de klanten die langs je stalletje lopen.’ Hij kijkt me blij aan en zegt dan tegen Mirco: ‘Je moeder heeft een hart van goud, weet je dat. Ze heeft het met iedereen goed voor!’ Mirco kijkt hem verbaasd aan en knikt.
‘Ja, mijn moeder is de liefste!’ zegt hij verlegen. Ik aai hem over zijn bol en als ik de man een euro wil geven zegt hij: ‘Ben je gek, ik wil je geld niet! Je koopt soms al iets bij mij en je hebt Valentino aan een baan geholpen. Mag ik dan ook iets terug doen?’ Met een goed gevoel rijden we naar huis als Mirco zijn hand op mijn been legt.
‘De man was heel blij hè!’ zegt hij, en trots kijkt hij voor zich uit.
De boodschappen liggen in de kast als ik naar buiten loop om de auto af te sluiten.
‘Goedemorgen,’ zeg ik tegen een oude man, die schuifelend voorbij loopt. Hij staat stil en glimlacht naar me, maar trekt snel een bedenkelijke blik. Na me enkele seconden te hebben aangekeken vraagt hij twijfelend: ‘Sorry, maar ken ik u? Ik word al wat ouder en kan slecht gezichten onthouden.’
‘Nee, u kent mij niet. Ik wens u alleen een hele goede morgen!’
‘Dat is lief van u, dat waardeer ik heel erg!’ We maken een praatje en bij het afscheid geef ik hem een hand en zeg vriendelijk: ‘Bel gerust aan, als u om een praatje verlegen bent.’
Als ik een kop koffie inschenk en met de mok de tuin inloop, ga ik in mijn bloemenhoek zitten met een vol en heerlijk gevoel in mijn hart.
We zijn allemaal voorbijgangers in andermans leven. Soms voor altijd, soms voor een korte tijd, en soms maar voor een paar seconden. Ik grijp elk moment aan om het fantastische in een mens te ontdekken, in welke kleur dan ook. Want mijn hart is niet alleen rood van kleur, maar heeft alle kleuren van de regenboog.
En is er dan een afscheid aangebroken, dan voel ik die emotie in mijn hart en de tranen die dan vloeien, voelen als een warm geluk wat mij is overkomen.
Sylvia
Zoals de druppels van de bladeren vallen, na een maand van hitte en droogte,
Geeft het de natuur weer kracht, en breiden de warme kleuren zich uit, tot ver in de hoogte.
Foto: L'occhio del Dragone S.C.