Een perfect koppel
Ze kijkt hem aan en voelt hoe ze smelt onder zijn vluchtige blik.
‘Waarom niet,’ zegt Carla stamelend en ongemakkelijk, terwijl ze hem een hamer toesteekt. Richard pakt de hamer aan en kijkt daarbij weer vluchtig over zijn bril naar haar. Met een woeste klap slaat hij op de spie en het lager schiet met volle kracht van de as, recht op Carla af, die nog net opzij kan springen.
‘Sorry,’ is het enige wat hij mompelt, en staat dan op om het lager te pakken.
‘Is dat het enige wat je kunt zeggen? Ik heb je net mijn liefde verklaard en het laat je koud? Ik snap jou niet.’ Ze kijkt teleurgesteld naar de grond en voelt hoe haar hart in haar lijf bonkt.
Al twee jaar zijn we niet alleen collega’s, maar ook hele goeie vrienden! denkt ze zuchtend, en kijkt voorzichtig op. Richard haalt een nieuw onderdeel uit de verpakking en stapt dan weer onder de auto, die op anderhalve meter hoogte staat. Zonder haar kant op te kijken vraagt hij met een warme stem: ‘Wil je de vetpot even pakken? Dank je.’
Carla staat op, steekt haar handen in haar overall en loopt naar de werkbank. Die stem! zegt ze in gedachten, hoe kan ik nu in godsnaam normaal doen, als die stem me gek maakt! Ze pakt de pot en loopt naar hem terug. Zonder iets te zeggen haalt ze er een klodder uit en smeert de as er mee in. Richard schuift het lager erop en automatisch geeft ze de hamer aan.
We zijn zo’n perfect koppel, we voelen elkaar aan en begrijpen alles, zonder dat er maar een woord wordt gesproken.
Als Richard haar de hamer teruggeeft, houdt hij die even iets langer vast dan nodig is, waardoor hun ogen elkaar treffen. Carla voelt haar bloed koken en houdt zich in om hem niet te zoenen.
‘Tussen ons kan het niets worden, ook al vind ik je een te gekke griet!’ zegt hij zachtjes.
‘Durf je het niet aan vanwege wat er is gebeurd in je verleden?’ vraagt ze hees.
‘We hadden elkaar eerder moeten ontmoeten,’ zegt hij teleurgesteld, en loopt dan weg.
Al jaren ben ik gescheiden en daarna heb ik nooit meer een andere man gehad, denk ze.
‘Wanneer dan, vóór m’n huwelijk?’ vraagt ze wanhopig.
Omdat een antwoord uitblijft loopt ze naar hem toe. Hij reikt haar een mok aan als ze hem naast het koffieapparaat ziet staan. Dan pakt hij een folder en leest hem aandachtig door. Carla staart naar zijn nek die nu, omdat hij leest, ontbloot is. Hoe vaak, als ze samen werkten, kietelde ze hem in zijn nek en draaide het op een stoeipartij uit!
‘Hmm, ontglipt het Carla zachtjes, bij die gedachte, en hij kijkt haar nieuwsgierig aan. Ze loopt naar hem toe en gaat voor hem staan.
‘Kus me,’ zegt ze, hem recht in zijn ogen kijkend, en haar hand zoekt die van hem. Met verbaasde ogen kijkt Richard haar aan en zegt: ‘Ben je gek geworden! We zijn vrienden, hele goeie vrienden, die doen dat niet!’ Hij kijkt haar strak aan en ze ziet een twinkeling in zijn ogen.
‘Dat zegt je hoofd, maar wat zegt je hart? Volgens mij iets heel anders!’ Ze kijkt hem nog steeds aan, met haar hand in de zijne. Heel zachtjes voelt ze hoe hij met zijn duim over de hare aait. Maar als hij ineens haar hand loslaat en weg wil lopen, zegt Carla zachtjes: ‘Laat mijn hart even met het jouwe praten, volgens mij spreken die dezelfde taal. Kus me…’
Heel lang kijkt Richard haar aan, dan slikt hij een brok weg en…, draait zich, zijn ogen sluitend, om en loopt mompelend weg. Carla laat haar schouders hangen, en ook zij sluit een moment haar ogen. Ze voelt zich zo zichzelf met hem, en hij met haar! Waarom wil hij het dan niet? denk ze.
Omdat hij niet terugkomt, sluit Carla aan het eind van de middag de garage af en loopt slenterend naar haar huis. Ze schopt een steentje weg dat voor haar ligt en kijkt dan op omdat ze gerommel hoort.
‘Ik mag wel doorlopen, die bui ziet er serieus uit!’ zegt ze tegen zichzelf, en stapt dan met grote passen naar haar huis.
Met een zucht leunt ze met haar ellebogen op het raamkozijn, haar hoofd steunend op haar handpalmen, en ze kijkt naar de flitsen die het wolkendek verlichten. Ze houdt zoveel van hem, ze voelt feilloos aan wat haar intuïtie zegt, ook al ontkende Richard het in alle kleuren. Maar ze ziet heus wel dat hij haar vaak even stiekem over zijn bril gadeslaat!
‘Richard,’ zegt ze, voor zich uitkijkend, ‘neem de sprong met mij, laat me je kussen en onze harten samenkomen. Dan voelen we wat we daadwerkelijk voor elkaar voelen!’ Op hetzelfde moment verlicht een bliksemflits een wolk die in een hartvorm oplicht, en Carla herkent de kracht die daar vanuit komt, als ze in gedachten Richard kust.
Twee straten verderop staart Richard vanuit zijn zolderkamer naar buiten en kijkt verbaasd naar het hart dat verlicht aan de hemel staat, en voelt de energierijke kracht die in een flits wegvloeit. Morgen zou hij het haar zeggen…
Sylvia
Met dank aan S. Capitani voor de foto